Hoe herinner ik mij deze?
Een ontieglijk klein dorpje met enkele huisjes en een kerkje met kerkhof waarbij automatisch de vraag zich opdringt voor wie dit kerkje en voorliggend erf ooit gediend zal hebben. Zelfs met twintig kinderen in elk huisje kregen ze dit kerkje nooit gevuld, zo klein was het dorp. Gelukkig houden we ons steeds aan de verkeersregels want aan een snelheid hoger dan 30km/u hadden we het dorpje waarschijnlijk nooit opgemerkt.
Op deze zomerse dag leek het dan nog of er ons een bericht was vooropgestuurd dat er vreemdelingen in aantocht waren. We hebben het ganse dorp gezien denk ik, alle zes bewoners. De keuvelpartij eventjes onderbrekend toen we gewapend met statief, vriendelijk goedendag knikkend, passeerden.
En toch moet dit enige bekendheid hebben genoten want er moet ooit zoiets als een vakantiekolonie geweest zijn waar we nu de keuze hadden om over een poort te klauteren of een omtrekkende beweging door de weilanden te doen.
Te warm om te klimmen kozen we voor de weilanden waar we te ver af waren voor tien in de rug priemende ogen (van die bewoners weet je wel). Tussen de prikkeldraad door stapten we als drie punkers verder want jawel, er zat stroom op de draad. Eenmaal binnen, deden we rustig ons ding tot we plots iemand gewapend met een riek het terrein aan een zoekende blik zagen onderwerpen (daar was dat paar ogen dat ons niet in de rug prikte en dus van de zesde bewoner afkomstig was). We stoven uiteen en op de bovenste verdieping werd ook duidelijk waar riekmans vandaan kwam. Uit zijn eigen tuin die deels uitmondde in de colonies en waar eerder vernoemde poort een gemeenschappelijk onderdeel van vormde. Dat weiland was dus een goeie keus gebleken.
Gelukkig zijn we verder onopgemerkt gebleven en konden we dit toch wel lege gebouw verder afwerken.