Ook bij deze locatie was een tweede poging nodig. De eerste keer was twee jaar eerder en toen was er veel te veel passage rond wat we toen kenden als ingang.
Nu wisten we wel ongeveer waar de ingang was maar was het zoeken langs waar we die konden bereiken.
We belandden via een moestuin bijna recht in de armen van een tuinier met wie we bijna een kinderlijk verstoppertje speelden. Kinderlijk omdat een struisvogel ook nog te zien valt met enkel zijn kop in het zand. Oké, ons hoofd zat wel niet in het zand.
Via een omtrekkende beweging bereikten we toch het punt waar we moesten zijn en een klein klimmetje later stonden we in de donkere gangen. De zoektocht binnenin kon beginnen maar laat ik je niet langer wachten, hier volgt een stuk van wat we zagen.