Een lange rit scheidde ons van ons vertrekpunt en deze startbestemming en toch waren we daar toen de ochtenddauw nog maar opkwam. Voor de ingang was het eventjes een klein ommetje en het hield ook nog een klimmetje en wat evenwichtsoefeningen in. Maar wat een tevredenheid hadden we toen al, toen we de voeten op het bedrijfsterrein konden zetten. En we waren niet eens de gebouwen binnen. We schoten vlug de eerste de beste opening door en kwamen in het labogedeelte. Vlug wat shots genomen maar de geur van olie trok ons de andere richting uit. Een eerste zaaltje met machines deed onze ogen nog wat wijder staan. Zo vorderden we zaal per zaal, gebouw per gebouw tot we in de gang met de gezichtjes kwamen. We wisten direct dat we daar meer tijd gingen nodig hebben en begonnen elk met wat we best het groot Amusement kunnen noemen. Heerlijke industriële architectuur konden we daar vastleggen. Wonderlijk dat dit nog in een zo mooie staat stond. Na de gezichtjes konden we de werkplek binnen waar vermoedelijk onder andere herstellingen gebeurden. Super hangar met meewerkend invallend licht. En zo gingen we verder, naar het fameuze gebouw met de vele draaiwielen op de grond. Voor mij was dat toen het summum van industrie dat ik al ge-explored had. En te weten dat we dan nog enkele zalen niet gedaan hebben omdat de rest dichtzat of omdat we het bestaan er niet van af wisten en nog dringend een andere locatie moesten bezoeken die dag. We besloten direct om er ooit terug te gaan maar helaas is dat tot op heden nog niet gebeurd.
Communicatie is zo belangrijk en toch verloren we tijdens de terugtocht de huidige en toekomstige verbinding. De walkie-talkie van mijn copain besloot met zwemlessen te beginnen maar deze overmoedigheid moest hij met de verdrinkingsdood bekopen.
Ik kan jullie echter gerust stellen, mijn copain en ik, we praten nog altijd en weten elkaar nog altijd te vinden.