Verlangend had ik naar deze uitgekeken. Al was het om één of andere reden eigenlijk vooral het binnenplein met die krachtballen dat ik wou zien. Voor diegenen die twijfelen, het zijn wel degelijk krachtballen op het binnenplein, niet een beginnende kokospalmenplantage.
De meeste cellen waren leeg en hoewel het gebouw rechthoekig is en je dus gewoon verdiep per verdiep moest aflopen was het bij momenten moeilijk om je te oriënteren. Binnentrapjes op en af, hoekjes en kantjes en al gauw moest je al denken waar precies in het gebouw je nu zat. Geluiden alom, was het iemand van de vrienden, andere urbexers, waren er beesten of zaten er geesten in het gebouw. Ik weet immers niet meer precies of deze zich vrij door muren en tralies kunnen verplaatsen of als zij dezelfde hinder als ik zouden ondervinden als er een deur door de tocht in het slot zou springen.