Een voormalig hotel waar ik zelf niet zo veel bij te vertellen heb. Mijn copains die de week voordien gingen hadden een veel leuker verhaal maar het leuk zijn is vooral zo wanneer je er niet bij was. Dit was een locatie langs een zeer drukke baan maar die je ook langs achter kon bereiken maar daarvoor moest je wel een gans eind door struiken en langs de tuin van buren (die er van die keffers op nahielden, van die hele grote keffers). Mijn vrienden zijn van die echte, zij trotseerden de decibel producerende vierpoters en als Rambo-volgelingen slopen ze door het struikgewas. Wisten zij veel dat één van hen een kadaver gingen opentrappen en dat die geur veel penetrerender was en bleef dan een gewone drol…Hahaha, ondanks deze info besloot ik ook deze weg te volgen. Geen oorverscheurend geblaf van viervoeters, wel een vrolijk gefluit van tweepoters waren mijn deel. Een kadaver, niets van geroken noch gezien. Het ergste wat wij tegenkwamen was een schrammetje van een braamstruik en een bloedsomloop stimulerend prikje van een netel.
Hotel Mattn, het relaas.