Op een warme zomerdag trokken Nele en ik naar deze woning maar zonder verdere info. Behoorlijk vlug door struiken aan het straatzicht onttrokken konden we een ingang zoeken. De garage stond een stuk onder water en leek ons in eerste instantie niet de beste toegangswijze. Na nog wat verder zoeken vonden we een doorgang maar tevens hoorden we -eenmaal binnen- vlug stemmen klinken zonder evenwel te kunnen horen wat gezegd werd. Voorzichtig en zo stil mogelijk ging ik beetje bij beetje dichterbij en plots de gekende geluidjes: een statiefpoot die uitgeschoven wordt en het geluid van de sluiter van een fototoestel. Gerustgesteld kwam ik dichter en bleek dat een man en vrouw al aanwezig waren. De vrouw verschoot een bult toen ik mijn hoofd om het hoekje stak en goeiendag zegde. Ik herkende haar en haar partner direct, van de voor hen typerende crewshots bij elkaar op de schoot in een zetel. Zij hadden bijna alles afgewerkt en Nele en ik hadden de woning voor ons.
Een eigenaardige constructie, het leek op een uitvergrote caravan met plaats op plaats op plaats. Deels zal die uitbouw ook wel een aaneenschakeling van caravans geweest zijn.
Door de omliggende struiken was het binnen behoorlijk donker en hadden dus wat meer tijd nodig.
Over de duitse priester die er woonde bestaan er vele verhalen. Vaak ook niet zo kuis. Ik heb na het zien van vele over het huis verspreide foto’s ook wel een mening maar kan dit niet verder verifiëren en hou mijn mening dus voor mij. Typerend voor de woning was het doodshoofd dat er lang bleef liggen maar een tijd voor afbraak toch ook door lange vingers werd aangeraakt en dus verdwenen was.